“Ik betaal aan mijn ex-partner voor de kinderen”, deze gedachte geeft bij een aantal mensen soms een wat naar gevoel. Ze denken dan al snel “Ik zorg ook voor de kinderen en jij ook. En hoezo moet ik daar dan nog geld voor betalen?” Dat zie je vooral bij co-ouderschappen waarbij beide ouders evenveel voor de kinderen zorgen. Dan denken ze heel vaak: “Oh ja, er is helemaal geen sprake van kinderalimentatie.” En die gedachte klopt niet.
Eén van de consequenties is dat mensen wat lastiger tot afspraken kunnen komen. Ze moeten dan van de gedachte af dat ze niks of bijna niks hoeven te betalen. Misschien moeten ze zelfs wel meer betalen voor de kinderen dan dat ze überhaupt in gedachten hadden. Want kinderen zijn vaak veel duurder dan je denkt.
Het hoeft niet altijd zo te zijn, maar soms is het gesprek wat lastig over kinderalimentatie en over hoe je dat kunt gaan regelen. We kunnen natuurlijk ook altijd een berekening maken van die kinderalimentatie. Hoe vervelend ook, soms valt dat toch wat tegen. De uitkomst kan namelijk zijn dat een van jullie tweeën wat meer moet betalen dan hij of zij had verwacht.
Een gesprek over kinderalimentatie gaat vaak in het begin over allerlei dingen met kinderen. Kinderen kosten natuurlijk geld en ten tijde van jullie huwelijk betaal je dat eigenlijk allemaal samen. Dan gaat het van het gezamenlijk inkomen af. En dan merk je dat misschien wat minder snel. En nu wordt het ineens heel erg duidelijk wat kinderen gemiddeld kosten in Nederland bij een bepaald netto besteedbaar inkomen. Het wordt inzichtelijk gemaakt: je hebt bijvoorbeeld twee kinderen en die kinderen zijn van een bepaalde leeftijd, en jullie hebben een gezamenlijk inkomen. Op basis van tremanormen worden dan de kosten van kinderen met een bepaald bedrag per maand vastgesteld.
Heel in het kort: voor het berekenen van kinderalimentatie gaan we eigenlijk uit van het netto besteedbaar inkomen op het moment van samenleving. Dat is dus misschien nog wel het moment nu, waarop je nog bij elkaar bent. Dan kijken we dus naar het netto besteedbaar inkomen. Dat inkomen kan uit loondienst zijn, het kan winst uit onderneming zijn en het kan een uitkering zijn. We kijken ook naar toeslagen zoals het kindgebonden budget, als die er zijn, en naar de leeftijd van kinderen. En dan gaan we naar een tabel toe waarin je ziet bij welk inkomen hoeveel punten je krijgt met bepaald aantal kinderen. Dan kunnen we de kosten van de kinderen uitrekenen.
Die kosten zijn gebaseerd op de behoeften van de kinderen. Zo weet je wat kinderen gemiddeld, bij het inkomen dat jullie hebben, kosten per maand. Daar zitten allerlei kosten in. Denk aan kosten voor vakantie, studie, sport, contributies, abonnementen, de wasmachine die draait, de kachel die brandt en het eten, etc. Dan kijken we naar draagkracht: wat is jullie draagkracht na de echtscheiding? Waar staan de kinderen ingeschreven, dus wat is het hoofdverblijf en waar vallen eventueel de toeslagen? Het kindgebonden budget is een inkomenscomponent, dus die valt aan de kant waar de kinderen ingeschreven staan. Dat wordt al snel een technisch verhaal natuurlijk. Pas dan kijken we wat de bijdrage moet zijn van de één aan de ander voor de kinderen.
Jaarlijks worden de onderhoudsbijdragen geïndexeerd, dat doet de minister van Justitie en Veiligheid. Deze indexering van de kinderalimentatie ben je verplicht te volgen. Dat moeten jullie zelf doen. Afgelopen jaar was de indexering bijvoorbeeld drie procent. Dan moet je automatisch, als je kinderalimentatie honderd euro is, vanaf 1 januari dus 103 euro betalen. Het jaar daarop wordt hij weer opnieuw geïndexeerd.
Als het gaat om toeslagen, en dan met name over kindgebonden budget, komt de belastingdienst in beeld. Want het kindgebonden budget wordt in de berekening kinderalimentatie gezien als inkomen voor de ontvanger, en heeft daarmee invloed op je draagkracht na echtscheiding. Dus degene waar één, twee of drie kinderen bijvoorbeeld zijn ingeschreven, krijgt het kindgebonden budget als hij daar recht op heeft binnen de grenzen van die regeling. En die ouder krijgt ook nog de zogenaamde alleenstaande ouderkop zolang hij of zij alleen op het adres staat, samen met een minderjarig kind.
Een raar woord, ‘alleenstaande ouderkop’. Het is een compensatieregeling voor mensen die alleen op een adres wonen, alleenstaande ouders met één of meer minderjarige kinderen. Het is een soort toevoeging voor wie recht heeft op een kindgebonden budget. Dat wordt als één bedrag overgemaakt als kindgebonden budget. Als je weer gaat samenwonen met een vriend of vriendin, een fiscaal partner zeg maar, dan raak je de alleenstaande ouderkop automatisch kwijt. Want dan ben je niet meer alleenstaand. Dat kan dus ook het geval zijn als je samen met je broer of zus op één adres woont en je daardoor fiscaal partner wordt.
De kinderalimentatie wordt ook opgenomen in de beschikking die bij jullie echtscheiding hoort. Daarmee is hij ook afdwingbaar. Als hij niet wordt betaald, kun je daar een bureau voor inschakelen: het LBIO of de NLAI. De kinderalimentatie staat in principe gewoon vast. Maar er zijn natuurlijk altijd omstandigheden waardoor bepaalde zaken kunnen wijzigen. En op basis van die gewijzigde omstandigheden kan er te zijner tijd nog een herberekening van de kinderalimentatie plaatsvinden.
Op zich is de berekening redelijk recht toe recht aan. Alleen er zijn natuurlijk omstandigheden in het leven van mensen die ervoor zorgen dat kinderalimentatie, samen met partneralimentatie, één van de zaken is waar mensen vaak voor naar de rechtbank gaan. Omdat de één vindt dat de ander meer moet betalen, of omdat de één juist vindt dat hij minder moet betalen, en dat de ander daar niet aan mee wil werken.
In dergelijke omstandigheden doe je er goed aan om met ons in gesprek te gaan. Dat werkt in alle opzichten beter. Wij kunnen dan de actuele gegevens opvragen en bekijken, met de wetenschap van nu: wat zou dan de kinderalimentatie moeten worden volgens de berekening? En aan de hand daarvan kunnen jullie dan eventueel nieuwe afspraken maken die weer vastgelegd kunnen worden in een aanvullend ouderschapsplan. Je kunt de gang naar de rechter voorkomen, als je het samen wilt doen. En dat is in ieder geval beter voor kinderen. Want zij hebben indirect, ook al denk je van niet, altijd last van. Ze merken het toch.
Tot slot: bij de bepaling van kinderalimentatie is ook nog de zorgkorting van belang. Dat geldt voor de betaler
Stel, de kinderen kosten 700 euro, dan gaat daar eerste eensoort zorgkorting vanaf. Want jouw aandeel wordt bepaald, jouw draagkracht en dan krijg je een soort korting omdat je ook in natura zorgt voor je kinderen. Je zorgt ervoor dat ze te eten krijgen, dat de kachel brandt, de wasmachine draait, dat je een uitstapje doet, al dat soort dingen. Dat heet zorgkorting en die wordt in percentages uitgedrukt. Dat is een korting op de kinderalimentatie. Dan hoef je minder te betalen. Die zorgkorting bereken ik aan de hand van de omgangsregeling of co-ouderschapsregeling jullie met elkaar afspreken. De uitkomst van die berekening is geen vaststaand gegeven, je mag in onderling overleg afspraken daarover maken.
Overwegen jullie te scheiden en heb je vragen over kinderalimentatie? Neem gerust contact met me op. In gesprek met elkaar kom je er in alle opzichten beter uit.